Geschiedenis van Buggenum

door: John Verbakel, bewerking van Wikipedia, mei 2016

Buggenum (Limburgs: Böggeme) is een dorpskern in de gemeente Leudal in de Nederlandse provincie Limburg. Het dorp ligt op de linkeroever van de Maas, hemelsbreed ongeveer vijf kilometer ten noorden van Roermond en telt (in 2014) ongeveer 960 inwoners.Buggenum telt een relatief groot aantal rijks- en gemeentemonumenten. De herkomst van de naam is niet helemaal duidelijk. Het kan afgeleid zijn van Bug Hemus, wat ‘heem in de bocht’ betekent. De plaats komt in 1284 voor als Buggenheym. In 1679 verhief de prins-bisschop van Luik Buggenum tot een heerlijkheid.

SCROLL VERDER

Geschiedenis

Tot 1942 was Buggenum een zelfstandige gemeente, met een eigen wapen. Ook buurtschap ‘Berik’ behoorde bij de gemeente Buggenum. Berik grenst in het oosten en zuiden aan het rivierdal van de Maas. Oorspronkelijk was zij een apart gehucht binnen de voormalige gemeente Buggenum. Dwars door de buurtschap is in 1879 de spoorlijn Weert – Roermond aangelegd die de Berikstraat met een gelijkvloerse spoorwegovergang kruiste. Sinds 2006 is deze overweg definitief afgesloten.

Omstreeks 1940 zijn de twee plaatsen aan elkaar vastgegroeid. Zo bevindt zich hier onder andere basisschool de Antoniusschool en gemeenschapshuis De Roffert. Berik is een van de oudste delen van Buggenum. Er staan nog enkele 19e-eeuwse boerderijen. De voormalige zusterswoning aan de Berikstraat 11a is aangewezen als gemeentelijk monument.

Op 1 oktober 1942 werd Buggenum samengevoegd met Haelen en Nunhem tot de nieuwe gemeente Haelen. Die gemeente is op haar beurt op 1 januari 2007 weer opgegaan in de huidige fusiegemeente Leudal.

SCROLL VERDER

Vroege geschiedenis

Uit de opgravingen in de omgeving van Buggenum kan afgeleid worden dat er op een stroomrug (oeverwal) langs de Maas al vroeg een nederzetting heeft gelegen. Een helm van een Romeinse centurio is gevonden op de bodem van de Maas, op de plek waar zich hoogstwaarschijnlijk de nederzetting heeft bevonden (De helm bevindt zich nu in het Valkhof museum in Nijmegen).

Bij baggerwerkzaamheden in de Maas werd in 1964 een zwaard uit de Bronstijd (1300-1100 v. Chr.) gevonden. Dit zeldzame bronzen wapen, dat waarschijnlijk in Zuid-Duitsland of Oostenrijk is gemaakt, bevindt zich nu in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Uit onderzoek van het mooie met spiraalmeanders versierde zwaard (68,5 cm) en het metaal (brons) blijkt dat dit een functioneel wapen was. Het bleef echter ongeslepen en is waarschijnlijk nooit gebruikt. De zorg die aan de versiering is besteed, geeft aan dat dit kostbare voorwerp toebehoorde aan een belangrijke leider. Het eindigde echter, net als veel zwaarden, achtergelaten op de bodem van de rivier.

Tweede wereldoorlog

Buggenum was voor zijn ligging en spoorbrug erg belangrijk voor de Duitsers. De Blitzkrieg ter verovering van West-Europa in mei 1940, die als zwaartepunt de provincie Limburg had, gebruikte alle treinsporen voor een snelle doorstoot. Hiervoor werd gebruikgemaakt van een gepantserde trein. Bij Buggenum werd het Duitse “overvalsteam” echter ontmaskerd en de brug opgeblazen, de Duitsers hebben de brug tijdens de oorlog hersteld.

Ter hoogte van de Holstraat 62 en de Hoeve (ter hoogte van de Crompvoetsstraat en Holstraat), is zwaar gevochten tussen Duitse en Britse militairen in september 1944. Ooggetuigen hebben verklaard dat er een Mitrailleursnest was in de boomgaarden ter hoogte van de Holstraat 62. In 2008 werden daar resten gevonden van granaten.

Ook werden door de jaren heen resten gevonden van meer dan 100 hulzen en een Britse laars-clip in het achterste deel van deze tuin. Op het kerkhof zijn twee oorlogsgraven van gesneuvelde Britse militairen. In Nijmegen, op de begraafplaats Jonkerbosch liggen de lichamen van de, in Buggenum, omgekomen Britse piloten van de RAF.

Een lokale verzetsstrijder uit Buggenum was destijds “Meester Joosten”, een leraar van de plaatselijke school, die vanwege zijn verzetsactiviteiten bij de kerkrazzia is opgepakt en getransporteerd naar Duitsland voor “Arbeidseinsatz”. Hij is aldaar in het werkkamp overleden. Er werd in de jaren 60 van de vorige eeuw een straat in Buggenum naar hem vernoemd.

Het Parochie-kerkhof van Buggenum

Kerkhoven vertellen veel over de geschiedenis van een dorp. Zeker ook in Buggenum, het Maasdorp dat al vóór de Romeinse tijd bewoond werd en meerdere begraafplaatsen kende.

In Buggenum bestond al een kerkhof vóór het jaar 1000. Het hoorde bij een houten kerk die er vanaf 964 na Chr. stond. De huidige kerk is het vierde kerkgebouw in Buggenum. Na de houten kerk volgenden  een romaanse, een gotische en een neo-gotische kerk. Iedere keer opnieuw werd het kerkhof opgehoogd met zand afkomstig uit de Holstraat. Er liggen dus meerdere kerkhoven boven elkaar. Bij het maken van nieuwe diepe graven vindt men nog steeds wel eens resten van onbekende overledenen b.v. Belgische soldaten uit de tijd van Napoleon.

Bekende inwoners, werden in de kerk begraven. Bij de wederopbouw van de huidige kerk, na de tweede oorlog, vond men onder meerdere vloeren dan ook verschillende grafstenen. En achter in de kerk de grootste ingemetselde grafsteen. Gewone mensen werden rondom de kerk begraven.

Bijzondere graven.

Ieder graf is voor nabestaanden een bijzonder graf. Extra opvallend zijn echter de zeventiende-eeuwse grafstenen, ingemetseld in de kerkhofmuur.
Bijzonder zijn de graven van Gustave Beltjens, de schrijver van de Belgische Grondwet en van dhr. de Babberich, de eerste secretaris-generaal van de Europese Unie.
Verder zijn vermeldenswaard de graven van twee Engelse soldaten die sneuvelden bij de spoorbrug. En het graf van meester Joosten, hoofd der basisschool, die omkwam door oorlogsgeweld.
Het is mooi om te zien, dat ook op deze graven regelmatig verse bloemen staan.

Begraafplaats

Het verloren kerkhof.

Buggenum had vroeger twee kerkhoven. Een kerkhof rondom de kerk en het ander kerkhof buiten het dorp. Dit ‘verloren’ kerkhof lag op de driehoek bij afsplitsing van de Gooreweg van Meiboomkensweg. ‘Verloren’ omdat men de zielen van de hier begravenen als verloren voor de hemel beschouwde. Hier werden de ongedoopten, anders gelovigen, zelfmoordenaars, in de Maas opgeviste lijken, ter dood veroordeelden, onbekende soldaten, overledenen reizigers en  pestlijders begraven.
In de Romeinse tijd was langs de Heerweg een kerkhof. En langs Meiboomkensweg werden grafresten van Keltische graven aangetroffen.

Graf van de twee Engelse soldaten, die gesneuveld zij bij de spoorbrug te Buggenum.

Op dit ogenblik is ons kerkhof een spiegel van het dorpsleven uit de twintigste eeuw.
Een groep van vrijwilligers onderhoud het kerkhof. Het is mooi om te zien hoe respectvol zij met het verleden van ons dorp omgaan en zo proberen de geschiedenis van levend te houden.

(Door Ger Brouns)

Graf van Gustave Beltjens, de schrijver van de Belgische grondwet.

Het graf van meester Joosten, schoolhoofd, omgekomen door oorlogsgeweld.

Oud grafmonument ingemetseld in de kerkhofmuur.

Engelse gedenkplaat bij ingang kerk.

Overstromingen

Buggenum ligt aan de Maas, in een landschap met steilranden en terrassen. De rivier was hier niet bedijkt, zodat van oudsher overstromingen een van tijd tot tijd terugkerend verschijnsel waren. De Maasdijkramp van 1926 is de zwaarste ramp die Buggenum heeft getroffen, met een stand van 46,92 meter boven NAP bij Borgharen (bij Buggenum in 1995 was dit 20,65 meter boven NAP), de hoogste stand ooit gemeten in Nederland. Hierna werd de grond langs de huizen aan de Dorpstraat en Holstraat opgehoogd. Zo kenden de huizen aan de voormalig Bovenstraat (tegenwoordig Holstraat ter hoogte van de Steenfabriek) trapjes aan de voorzijden.

Vluchtpaden maakten het voor mens en vee mogelijk zich in veiligheid te brengen op de hoogstgelegen gronden. Deze paden zijn onderdeel van het historische occupatiepatroon, welke tussen 2001 en 2004 gedeeltelijk zijn hersteld met het oog op het in stand houden van de cultuurlandschappen. Ook bij de overstromingen van 1993 en 1995 zijn ze nog gebruikt. Doordat daarna kades langs de rivier zijn aangelegd, zijn ze hun functie kwijtgeraakt. Sinds 1995 ligt er een dijk langs de Maas in overeenstemming met het Deltaplan voor de rivieren.

SCROLL VERDER

Agrarische sector

De kleigrond langs de Maas gelegen is zeer geschikt voor de agrarische sector. De lichte kleigrond werd gebruikt voor grove tuinbouw en fruitteelt. Buggenum was het dorp van augurken, bessen en appelen. Jarenlang was Buggenum de grootste aanvoerder van groente en fruit bij de Coöp. Roermondse groente en fruit Veiling (C.R.V.). De agrarische sector zorgde in die tijd voor de nodige werkgelegenheid en welvaart.

Door de vele kleine fruitboomgaarden was het gebied echter slecht verkaveld. Dit verhinderde de, later noodzakelijk geachte, schaalvergroting. De fruitbedrijven waren niet meer concurrerend en konden zich onvoldoende ontwikkelen, vaak was stoppen het enige alternatief. In het jaar 2000 is het Buggenumseveld via een R.A.K. (Ruilverkaveling met Administratief Karakter) wel verkaveld.

Door zijn huidige schaal, openheid en ligging is het Buggenumseveld, tegenwoordig een van de allerlaatste relatief onaangetaste cultuurlandschappen in de wijde omgeving. In de uiterwaarden langs de Dorpsstraat grazen vooral paarden en schapen. Het achterliggende gebied is ingericht als natuurgebied “Mooi Buggenum” genaamd.

Meer over de economie

Drone flight Buggenum door Drone Chris.

Vanwege de Maasklei ontstonden rond 1900 vele kleiwarenfabrieken langs de rivieren in Nederland, de meeste langs de grenzen. De kleiwarenfabriek in Buggenum is sinds 2013 gesloten. Dit ten gevolge van de economische crisis.

Van 1962 tot 1995 bepaalde ook de Maascentrale de ‘skyline’ van Buggenum. Omdat deze centrale niet meer aan de eisen van deze tijd voldeed, werd ze in 2006 gesloten en in 2011 definitief ontmanteld.

Op het terrein in Buggenum kwam daarna de Willem-Alexander Centrale, een experimentele kolenvergassingscentrale. Ook deze is ontmanteld, in 2014.

Tussen 1830 en 1915 lag er aan de Dorpsraat een plaatselijke bierbrouwerij van W. Jeuken.