Monumenten in Buggenum
Naast enkele grotere rijksmonumenten (o.a. St. Aldegundiskerk, Kasteel Malborgh, Mariakapel en enkele boerderijen) heeft Buggenum ook diverse kleine monumenten.
1. Kasteel Malborgh (ook wel Walbergh).
Kasteel Malborgh in Buggenum dateert van begin 19de eeuw en ligt op de rand van een oude Maasarm. Bouwheer was een rijke boer, Joseph Waegemans. Hij had veel land in Buggenum, en ook het windrecht: de windmolen aan de Molenweg was van hem. Hij had ook het gruitrecht: op de plek van de huidige Kleiwarenfabriek had Waegemans een brouwerij. Dit huis werd pas een adellijke woning toen achterkleindochter Marie in 1812 trouwde met Robert de Nerée tot Babberich.
Het betreft een groot huis op vierkante plattegrond, met twee verdiepingen en een zolder. Het huis heeft een aantal hoektorentjes. Ook de ingang aan de achterzijde van het huis is voorzien van een toren.
De voorganger van dit huis, hoeve Malborgh wordt al genoemd in de archiefstukken in 1470. Het is de 15de eeuw een leen van de graaf van Horn, en wordt in dat jaar verkocht aan klooster Elisabethshof in Nunhem. De hoeve wordt door de Fransen in beslag genomen in 1798 en voor 142.000 francs verkocht. Korte tijd later wordt het bezit weer verkocht, en nu aan Constant Waegemans, gehuwd met Maria de Brias, ouders van Joseph. De hoeve wordt vanaf dan Waegemanshof genoemd. Nu is het huis weer een monumentaal pand, nadat het in 1983 het in verval geraakte kasteel na een jaar restaureren opgeknapt werd door familie Haans.
2. Hof Malborgh of Waegemanshof.
Naast het kasteel ligt nog, aan Dorpsstraat 62, de boerderij Hof Malborgh of Waegemanshof, welke in de huidige vorm uit de 19e eeuw dateert.
3. Adegundiskerk.
De Aldegundiskerk staat aan de rand van het dorp aan een doorgaande weg. Voor de kerk liggen uitgestrekte weilanden, die naar de Maas leiden. De kerk vormt onopvallend het centrum van het verder wat verspreid liggende dorp. De toren is mede door de positie van de kerk op een kerkberg een landmark.
De oudste vermelding van de kerk komt voor in een oorkonde uit 956. De oudste resten van de kerk werden gevonden bij de onderzoekingen in 1948. Het ging hier om paalgaten, die mogelijk tegelijkertijd met de stichting van een begraafplaats zijn ontstaan. Vermoed wordt, dat reeds voor 1000 hier een driebeukig houten kerkje zonder toren heeft gestaan. Deze kerk is na een brand opgevolgd door een stenen kerkje op een fundament van veldkeien met een zware toren aan de westzijde. Omdat er in de fundamenten veel restanten van Romeinse bouwmaterialen werden gevonden, werd verondersteld dat de fundamenten deels werden vervaardigd uit sloopmateriaal van Romeinse bouwwerken. Ondanks verschillen in de hoeveelheden resten werd aangenomen, dat de bouwperiode van de kerk en de toren dezelfde is geweest. Over het koor is minder bekend, omdat het huidige koor uit de 15de eeuw niet vernield werd door het oorlogsgeweld, zodat hier geen opgravingen konden worden verricht. Wel werd een versmalling in het schip gevonden, die kan wijzen op de aanwezigheid van een triomfboog, zodat een uitbreiding aan de oostzijde verondersteld mag worden. In de 15de eeuw werd tevens een sacristie aan de noordzijde van het koor gebouwd. Tijdens de opgravingen werd geconstateerd, dat de grond van de kerk bij iedere nieuwbouw werd verhoogd. Mogelijk is in verband met overstromingen hiertoe besloten. Rond 1750 schijnt de kerk bouwvallig te zijn geweest, reden waarom in de periode 1729-1764 onder pastoor Geradts een verbouwing is geweest, die volgens de parochiegids uit 1990 in renaissancestijl werd gedaan. Waarschijnlijk ging het om een opknapbeurt, waarbij barokke gepleisterde versieringen in de kerk zijn aangebracht. Tevens werden de nog steeds in gebruik zijnde altaren door deze pastoor in de kerk opgesteld. In de 19de eeuw werd de kerk te klein, reden om de oude kerk en de toren te slopen. Het priesterkoor bleef gespaard en onder pastoor Drummen werd de nieuwe (neogotische) kerk van Ketels in 1871 in gebruik genomen. Tevens werd aan de zuidzijde een grotere sacristie bijgebouwd. In 1926 was wederom sprake van de bouw van een sacristie, vermoedelijk een vergroting van de bestaande. Op 15 november 1944 werd de toren opgeblazen door de terugtrekkende Duitsers. Daarna werden door granaatbeschietingen de kerk en de omgeving zwaar beschadigd. Alleen het priesterkoor en enige muren bleven gespaard. Bij terugkomst van de bevolking werd de fanfarezaal ingericht tot noodkerk.
In 1945 kreeg de bouwpastoor Mooren toestemming om Jos. Franssen te benoemen als architect. De eerste steen volgde op 24 oktober 1948 door deken Rhoon, die ook bij de ingebruikname op 8 oktober 1949 aanwezig was. De restauratie van de altaren was nog niet compleet en omdat de toren niet gebouwd mocht worden, stond tegen de westmuur een tochtportaal onder een lezenaarsdak. In de westmuur stond een blindvenster onder een ossenoog. De nieuwe kerk was voornamelijk in de breedte vergroot, waarbij de pilaren van het schip op de vooroorlogse fundamenten van de muren waren geplaatst. De toren en de doopkapel waren in 1959 gereed.
4a. Mariakapel.
De Mariakapel (Bergstraat 28) is een rijk gedecoreerde rechthoekige neogotische wegkapel met steunberen, gebouwd in 1899.
Vrijstaande Mariakapel op een rechthoekige plattegrond. De kapel wordt afgedekt met een zadeldak met leien.
Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen, deels geglazuurde baksteen, en hardsteen. Spitsboogvormige glas-in-lood vensters. Symmetrische indeling voorgevel. Rechthoekige dubbele houten deur met smeedijzeren beslag. Deur met spitsboogvormig bovenlicht met glas-in-lood met tracering in natuursteen. Aan weerszijden van de deur een steunbeer afgedekt met geglazuurde baksteen. Gevels met wit gepleisterde speklagen. Voorgevel uitlopend in een topgevel met hierin een horizontale band decoratief metselwerk. In de topgevel van de voorgevel vijf blinde spitsboogvormige venstertjes.
In het middelste venster een houten luikje. Blinde vensters met doorlopende hardstenen dorpelsteen. Topgevel met hardstenen afdeklaag en bekroond met hardstenen pinakel.
Het beeld van Maria met Kind (1898) in de kapel werd gemaakt door het bekende atelier Cuypers-Stoltzenberg (een atelier voor kerkelijke kunst) uit Roermond, het beeld is overgenomen van de Sint Nicolaaskerk te Venlo.
Helaas is bij de restauratie van het beeld de oorspronkelijke polychromie er vanaf gehaald.
4b. Aldegundiskapel.
De kapel ligt aan de rand van de bebouwde kom van Buggenum waar de Holstraat overgaat in de Crompvoetstraat. Voor de kapel ligt een perk met een kruis, ernaast en erachter een parkachtig geheel. Voor de kapel staat een rustbank. Het is een bakstenen kapel met zadeldak.
Blijkens een ingemetselde hardsteen is de kapel in 1988 gesticht.
De kapel heeft een onregelmatig grondvlak. Het zadeldak is met pannen gedekt. Links naast de voorgevel is een boog gemetseld die toegang geeft tot een pad. In de voorgevel zijn links en rechts van de toegang twee kleine ramen aangebracht, in de linker zijgevel zijn drie ramen aangebracht. De rechter zijgevel is blind. Op de top van een gevel staat een natuurstenen kruis. In de voorgevel zijn in haardsteen de naam van de kapel en steen met tekst over de inzegening aangebracht.
5. Monumentale boerderijen.
6. Wegkruisen.
In Buggenum vindt u ook diverse zogenaamde wegkruisen die er geplaatst zijn met een bepaalde intentie.
De Buggenumse wegkruisen zijn vooral gesitueerd aan de doorgaande wegen naar de nabuurdorpen Haelen, Nunhem en Neer.
1. Vogels- of Beltjenskruis.
Op de hoek van de Haelerweg en Heerweg staat een essenhouten wegkruis met gietijzeren corpus en is vernoemd naar de bewoners van het huis schuin achter dit kruis aan de Heerweg, dat eerst door de familie Beltjens en later door de familie Vogels werd bewoond.
2. Noeneverkruis.
Aan de andere kant van de Heerweg bij de Kapelstraat staat een wegkruis vernoemd naar het voormalige fruitbedrijf Noenever van de familie Verheggen die hier veel grondeigendom had. Waarschijnlijk was de familie verantwoordelijk voor de plaatsing en minstens voor het onderhoud van dit kruis.
3. Wijerskruis.
Dit kruis staat bij de splitsing van de Poelakkerweg, Spirwit en de Holpotterweg. Direct na de Tweede Wereldoorlog werd dit hier geplaatst door de familie Wijers-Peeters. De Haelense steenhouwer P. Triepels leverde dit cementen wegkruis met een bronzen corpus. (In de 19de eeuw stond hier ook al een wegkruis.)
4. Slabberskruis.
Op de Arixweg bij de splitsing met de Groeneweg staat een cementen kruis met gietijzeren corpus dat hier in 1963 werd herplaatst en is vernoemd naar de bewoners van de monumentale hoeve aan de Boonstraat 20.
5. Wagemanskruis.
Op de hoek van de Dorpsstraat en de Crompvoetstraat staat het Wagemanskruis, vernoemd naar de bewoners van de er achter gelegen boerderij en het kasteeltje.
7. Gedenkstenen.
In en rond de kerk van Buggenum bevinden zich talrijke gedenkstenen en beelden.
Hier staan o.a. de waterstenen waarop de waterstanden zijn aangegeven bij de diverse keren, door de eeuwen heen, dat Buggenum last had van het hoge water van de regenrivier de Maas.
Zie ook recente (2020) foto van het hoge water in Buggenum (onder aan deze bladzijde).
Achter de fraaie boerenwoning aan de Holstraat 36 staat een bakhuisje. In 1988 is dit huisje nog volledig gerestaureerd. In zulk bakhuisje werd (i.v.m. het brandgevaar los van de woning) vroeger het brood gebakken en natuurlijk ook de bekende Limburgse vlaai.
Vlak hierbij bij huisnummer 35 staat een gedenksteen van Neel Doff. Deze steen met de tekst: “Hier stond het geboortehuis van de schrijfster Neel Doff + 27-01-1858 te Buggenum † 14-07-1942 te Brussel” werd geplaatst bij de 50ste sterfdag van Neel Doff. In Buggenum is ook een straat naar haar vernoemd. Deze schrijfster werd geboren in Buggenum als dochter van de plaatselijke veldwachter. Na veel omzwervingen kwam ze later via Antwerpen en Amsterdam in Brussel terecht waar ze in het Frans diverse boeken schreef. Zie ook elders op deze site: Neel Doff.
8. Straatnamen.
Enkele straten zijn vernoemd naar een bekend persoon of gebeurtenis bijv. de Meester Joostenstraat vernoemd naar het hoofd der school, die op 3 november 1944 in een Duits concentratiekamp is omgekomen. Hij was een lokale verzetsstrijder en was destijds “Meester Joosten”, een leraar van de plaatselijke school, die vanwege zijn verzetsactiviteiten bij de kerkrazzia is opgepakt en getransporteerd naar Duitsland voor “Arbeidseinsatz”. Hij is aldaar in het werkkamp overleden. Er werd in de jaren 60 van de vorige eeuw een straat in Buggenum naar hem vernoemd.
Een andere bekende straat is de Heerweg, die straat is zo genoemd omdat hier resten zijn gevonden van een Romeinse weg die voornamelijk door het leger (heer) werd gebruikt.
Bronnen: Rijksmonumenten.nl en Wandeling door Buggenum langs kleine monumenten door Lau van Bilsen.
Rijksmonumenten.
Oude Kapelanie uit de eerste helft 19e eeuw aan Dorpsstraat 20.

Voormalige kapelanie uit 1860 aan de Pastoor Schmeitsstraat 13.

Grote gesloten hoeve uit 1832 aan de Boonstraat 20.

Monumentaal huis met schilddak aan de Dorpsstraat 40 uit 1712.

Bakstenen huis aan de Dorpsstraat 54 uit 1726 (jaartalanker).

Waegemanshof aan de Dorpsstraat 62a uit eerste helft 19e eeuw.